Dinsdag begint koud. De voorspelling was tot windkracht 7. Dat krijgen we niet, maar de dag begint met regen en 12 graden. De kachel gaat aan en we nemen een pot warme thee. Goed moment ook om even bij te praten met het kantoor.
Onze buren voor en naast ons zijn op weg naar Portugal om daar de winter door te brengen. Dat is het echte werk. Ze zien er nu al uit als het soort zeezwervers die we ook op de Carieben wel hebben gezien. Oude boten, low budget, langzaam leven, bij de buren informeren naar weerbericht en kaarten.
In de loop van de ochtend wordt het droog en beter. Ik ga nog een keer naar de vogels, nu met wat meer tijd en iets meer geduld. Het wordt een mooie middag, weer honderden foto’s om uit te zoeken. De bekendste rots helemaal aan de noordkant van het eiland heet Lange Anna. Alleen al op die rots zitten honderden Jan-van-Genten en zeekoeten.
Elly doet de nodige klussen aan boord, en kan nog even zonnen in de kuip. Uit de wind in de zon is het wel lekker. Nog niet zo als toen we uit Nederland weggingen, veel meer dan 17 graden wordt het niet.
’s Avonds verkennen we het stadje een beetje. Het is erg stil als de toeristenboten weer zijn vertrokken.
Woensdag doen we het eiland als reguliere toerist. We shoppen belastingvrije sigaretten en rum, struinen wat winkeltjes af en eten een broodje vis in het centrum. Helgoland leeft vooral van de toeristen. Die komen voor het eilandgevoel, de vogels, maar zeker ook voor de BTW-vrije winkels. Niet alleen de sterke drank en sigaretten zijn ruim voorradig, maar ook kleding, parfums, dure horloges en sieraden zijn goed vertegenwoordigd.
Tegenwoordig leveren de windmolenparken ook veel activiteit op. Er varen zeker 10 catamarans heen en weer naar de windmolenparken in de buurt. Op het industrieterrein wordt gebouwd aan kantoren voor het personeel van de verschillende windmolenparken.
Het is ook weer tijd voor de gewone boodschappen in de Edeka, een supermarktketen die je in Duitsland overal aantreft. Nadat alles aan boord is, lopen we het hele eiland rond. Door een groot complex met volkstuinen (had ik niet verwacht), langs de zendmasten (of zijn het afluisterstations?), en langs de vogelrotsen.
Een vuurtoren is ook altijd aanwezig, en het blijft een indrukwekkend zicht. Hoewel het eiland zelf 80 meter hoog is, is er toch nog een stevige toren neergezet.
’s Avonds is er opwinding in de voorhaven. Een klein rubberbootje vaart volgas rondjes. Het blijkt dat de bestuurder overboord is geslagen. Hij wordt met de ambulance weggebracht. Het is nog een hele klus voor de reddingboot om het rubberbootje te vangen en enteren, maar na wat waterballet lukt het wel.
Donderdag was de voorspelling ‘wolkenlos’, maar als we wakker worden motregent het. Het was een onrustige nacht, vanaf 5 uur ’s ochtend was er geloop over ons dek omdat de buren vertrokken. Tijdelijk lag er ook nog een andere boot. ’s Ochtends haal ik verse broodjes op de haven.
Gelukkig klaart het snel op. Het is rustig weer. We gaan met de boot van 12 uur naar Dune, het zand/duin eiland naast Helgoland. Ooit, tot een storm in 1720, was het één eiland. Nu is het 5 minuten varen met een pontje. Dune is grotendeels opgespoten. Het is de locatie voor een vliegveldje, een camping en stranden.
We lopen het eiland rond langs de stranden. Een van de attracties van Dune zijn de zeehonden die zich makkelijk laten fotograferen. Ze werken ook voor ons mee.
Verder is er een kolonie kleine mantelmeeuwen naast het vliegveld. We kunnen niet veel structuur in de kolonie ontdekken, maar er zijn inderdaad veel meeuwen en ook jongen.
Om 3 uur hebben we alles wel gezien en gaan we terug naar Helgoland voor een wijnte in het centrum. Gilbert loopt nog een keer langs de vogelkliffen, en Elly gaat via de tax free winkels naar de boot.
’s Avonds eten we buiten. Na het eten horen we 19:13 de toeters van het eerste Duitse doelpunt tegen de VS. We krijgen nog net op de valreep buren, die uiteraard niet zo blij zijn met ons voorgenomen vertrek van 5:30. Ze zoeken dan toch maar een ander plekje.