De Oostzee is niet een erg rijk vogelgebied. Dat valt ons eens te meer op nu weer op de Noordzee zijn, waar veel meer meeuwen en sterns vliegen. Zonder getij zijn er geen schorren, weinig kreken en (dus) minder vogels. Ook de visstand is problematisch, in de Oostzee zie je weinig visserij, niet alleen de vogels weten dat er niet zo veel te halen is.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er helemaal geen vogels zijn. Aan wal zijn veel insecten, en dus zie je veel zwaluwen. Oeverzwaluw, boerenzwaluw, huiszwaluw en gierzwaluw zijn allemaal present. Er zijn ook heel veel witte kwikstaartjes.
Een soort die ik Nederland nooit had gezien is de grauwe klauwier. Rond de Oostzee zie je die vrij veel, in kale bomen bomen in open gebied.
Bij Simrishamn had ik vorig jaar een groep roeken gezien, en die waren er ook nu weer. Op het gemaaide grasveld bij de jachthaven, dus dat was makkelijk plaatjes schieten.
Uiteraard zijn er ook meeuwen, deze foto is genomen op Hanö waar een broedkolonie zat. De jonge meeuw wil graag wat te eten, maar de ouder vind het wel even goed zo.
Ook veelvuldig aanwezig zijn tapuiten, op Hanö en ook bij Kristianopel. Leuke vogeltjes die ik in Nederland alleen tijdens de trek heb gezien.
Puttertjes zie je ook regelmatig, vaak in hun rol als distelvink, bij distels dus. Deze foto is genomen bij Kristianopel.
Tenslotte een paapje, een foto van Utlangan. Dat was een toevalstreffer, ik heb verder geen paapjes gezien.