Maandag is nog een dag met veel wind, af en toe zon gevolgd door een flinke bui. Het haventje van Vitte is altijd bedrijvig door de veerboten met toeristen die af en aan varen. Er zijn geen auto’s, in plaats daarvan gaat het vervoer met de fiets of met paard en wagen. En dan zijn er nog de vissers, die zorgen voor een kleurrijk geheel. Toen wij er waren, zijn ze niet uitgevaren.
We lopen wat kleine stukjes in het dorpje Vitte rond de boot en proberen een oplossing te bedenken voor het zeil. Het hangt er erg vanaf wat er kapot is. Als het aan het einde van de middag even rustig is, ga ik de mast in om te kijken hoe de rails er aan toe is. Je kunt wel zien dat er een beschadiging is, maar het lijkt niet zo erg dat reparatie nodig is. Dan zou het voldoende moeten zijn om de karretjes van nieuwe kogellagers te voorzien.
’s Avonds gaan we uit eten bij het Seemanmshus, met een duindoornwijn erbij, best lekker. In Duitsland verkopen ze veel duindoornproducten in de kustplaatsjes.
s’Avonds bel ik nog even met de importeur om ons mastkarprobleem voor te leggen. Zijn advies is gewoon de kogeltjes vervangen, en goed op te letten met elektrische lier. Het blijft bij hem en ons wel knagen dat we niet echt weten hoe het is gekomen. Goed opletten de komende zeildagen dus.
Dinsdag is er nog steeds veel wind, maar nu staat de zon erbij, dat is een stuk aangenamer. Naar Stralsund, onze volgende stop, is het 16 mijl, lekker kort. Ongeveer de helft van stuk loopt door een zeer smalle geul, die met deze wind mooi bezeild is. We hebben geen grootzeil, maar met windkracht 5 is de genua ook ruim voldoende om halve wind te kunnen varen. Het hele stuk is bezeild, we lopen met dik 6 knopen in een ruk naar Stralsund.
Op Vitte kregen we de tip om niet naar de jachthaven can Stralsund te gaan, maar aan de kade aan te leggen, met vrij uitzicht rondom en dat voor een zeer scherpe prijs. Als we aankomen is inderdaad plaats. We worden opgewacht door een behulpzame medezeiler. Het is wel even werk om de stootwillen goed te krijgen, de kademuur is niet ontworpen voor kleine bootjes zoals de onze. Maar als we eenmaal liggen is het een beste plek.
De havenmeesters zijn extreem vriendelijk. Ik vertel dat we een paar dagen weg gaan, en ze vragen spontaan of we dubbele lijnen hebben liggen en beloven om de boot in de gaten te houden. Dat doet onze buurman overigens ook al. De buurman is zeilt de hele zomer in zijn kleine bootje langs de Oostzeekust, tot Gdansk en dan weer terug naar Friesland. Af en toe komt zijn vrouw langs, en verder helpt hij iedereen die hij tegenkomt.
Woensdag 6 juli vertrekken we om half negen naar de station voor de treinreis naar Göttingen. Maxime krijgt haar certificaat voor het Neurasmas programma, een master studie die ze officieel eind augustus in Canada afrondt. Dan is er geen plechtigheid, donderdag wel, voor alle studenten van de diverse universiteiten die het Neurasmus programma hebben opgezet. Als we in Göttingen aankomen staat Maxime ons op te wachten bij het hotel. Het is een B&B hotel, een voor mij nieuwe hotelketen. Scherpe prijzen, functionele maar schone kamers. Je krijgt een pincode voor je kamer (geen sleutel of keycard), en met de pincode bedien je ook de lift. Een ruim ontbijt kun je er bij kopen. Goed concept wel. ’s Avonds eten we met Maxime bij Villa Cuba, Duits-Cubaans eten in het centrum. Een vol bord goed eten voor een mooie prijs.
Donderdag ontbijten we met Maxime. We verkennen daarna de stad, zij moet werken. Göttingen is een mooie studentenstad. In het centrum zijn heel veel vakwerkhuizen. Helaas zijn in de winkelstraten bij vrijwel alle panden de gevels op de begane grond vervangen door standaard glazen winkelpuien. Dat hoort bij de welvaart blijkbaar, wel jammer eigenlijk. Göttingen is een studentenstad, van de 100,000 inwoners zijn er 20,000 student.
’s Avonds is het diplomadiner van de Neurasmas opleiding. Erg leuk om daar bij te kunnen zijn als trotse ouder.
Vrijdag gaan we weer terug. In de trein is het warm en vol, de terugreis duurt langer dan de heenreis. Zo voelt het tenminste. ’s Avonds ligt boot de boot er netjes bij. Ik bak pannenkoeken ter afwisseling op uitgebreide eten in Göttingen.
Zaterdag kunnen we aan de slag met het grootzeil. Het plan is simpel: het onderstuk rails van de mast halen, en het ontspoorde karretje van nieuwe kogeltjes voorzien. Het blijkt alleen dat onze voorraad kogeltjes (ca 50 stuks) niet toereikend is. Het lukt me in Stralsund niet om nieuwe kogeltjes te vinden, maar de viswinkel heeft wel kraaltjes in dezelfde maat. Dat is een goede oplossing voor nu, een paar kraaltjes per karretje kan geen kwaad, en de echte kogels zijn zo goed verdeeld over het hele karretje. Ik krijg nog een advies voor winkel die ons zou kunnen helpen, maar die is maandag pas open. In de loop van de middag zit alles er weer op.
Helaas is er te veel wind om te kijken of het geheel soepel loopt, maar ik heb er alle vertrouwen in. ’s Avonds eten we gerookte vis bij een van kraampjes. Lekker eten.
Zondag doen we niet zoveel. Laat in de middag valt de wind een eind weg, zodat we het zeil even kunnen hijsen. Dat loopt allemaal soepel. Zegt niet alles natuurlijk, maar het is wel voorwaarde. Als we echt zeilen gaan we merken of de kogeltjes blijven zitten. Ik fiets een rondje in de omgeving, maar veel er is niet te zien. De boeren zijn al druk bezig met het oogsten van het graan. Het moet hier dus wel warm geweest zijn.
Het kogel-rondje maandagochtend levert niks op, al kan één zaak ze wel bestellen. Maar ik wil niet nog een dag wachten, het is tijd om verder te gaan. Mocht het niet lukken met onze huidige oplossing, dan kunnen we altijd terug naar Stralsund.